Hoe leer je leerlingen decoderen?

Directe instructie

Directe instructie is de beste manier om de klank-tekenkoppeling en het synthetiseren aan te leren. Hierbij ben jij als leerkracht het rolmodel (modeling). Na het benoemen van het lesdoel en een terugblik op de, in de vorige les, aangeleerde letter, leer je een nieuwe letter aan of doe je voor hoe je letters samenvoegt tot een woord. Daarna volgt geleide inoefening, waarbij je leerlingen begeleidt totdat ze zelfstandig kunnen decoderen (scaffolding).

Het is belangrijk om eerder aangeleerde letters te blijven herhalen. Letters beklijven beter als je ze gebruikt in betekenisvolle woorden, zinnen, teksten en boeken. In de hersenen zullen hierdoor veelzijdige verbindingen ontstaan, waardoor letters gemakkelijker op te roepen zijn. Louter geïsoleerd met letters oefenen, is minder zinvol.

Group Tip
Wil je meer weten over directe instructie en de effectiviteit hiervan? Lees dan het artikel Belang van directie instructie  op de website van Dyslexie Centraal.

Het gebruik van zintuigen

Het gebruik van meerdere zintuigen (een multi-sensoriële aanpak) kan helpen bij het aanleren van de klank-tekenkoppeling. Bij deze aanpak leer je leerlingen hoe je lippen en tong bewegen als je de letter uitspreekt, laat je horen hoe de letter klinkt en zien hoe de letter eruitziet. Daarnaast kun je motorische ondersteuning inzetten. Zo helpt het schrijven van letters en woorden bij het automatiseren van de klank-tekenkoppeling.

Letterfilmpjes, die rekening houden met deze aanpak en die bij de meeste methodes van aanvankelijk lezen beschikbaar zijn, kunnen jouw instructie ondersteunen en werken vaak motiverend. Ook de inzet van alfabetboeken met (grappige) afbeeldingen, rijmpjes of een verhaaltje zijn zinvol.

Blauwe en roze letters in een letterdoos.

Zoemend/zingend lezen

Voor het leren synthetiseren kun je het zoemend of zingend lezen inzetten. Hierbij leer je leerlingen om de klanken van een woord langer aan te houden. Dit zorgt ervoor dat ze de woorden uitspreken zonder deze in stukjes op te breken, bijvoorbeeld ‘ssssaaaaaap’. Vervolgens benoemen leerlingen het woord: ‘sap’. Zo weten leerlingen beter welk woord ze zojuist (hardop) gelezen hebben. Hierbij ben jij als leerkracht het voorbeeld: door middel van modeling laat je hardop zien en horen hoe het zoemend/zingend lezen in zijn werk gaat.

Tempo speelt nog geen rol

Leestempo speelt nog geen rol tijdens het aanleren van de elementaire leeshandeling. Het te snel opleggen van tijdsdruk kan zelfs leiden tot minder nauwkeurig lezen en het maken van meer fouten.

Als je signaleert dat een leerling – los van het leestempo – moeite heeft met het automatiseren van de klank-tekenkoppelingen, niet goed kan decoderen of onvoldoende gemotiveerd is voor lezen, start je met gerichte ondersteuning.

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte en ontvang de nieuwsbrief van lezeninhetpo.nl