Hoe zorg je ervoor dat leerlingen leeskilometers kunnen maken?
Tijd voor (voor)lezen en boeiende boeken
Leerlingen kunnen zich ontwikkelen tot vaardige lezers door dagelijks te lezen in voor hen uitdagende en interessante boeken. Het inzetten van verhalende (non)fictie bevordert het vloeiend lezen en tekstbegrip het beste.
Optimaal benutten van leesmomenten
Richt je onderwijspraktijk zo in dat leerlingen de kans krijgen om te lezen en zorg ervoor dat ze deze leesmomenten optimaal benutten. Dit betekent dat je tijd voor (vrij) lezen inroostert, leesgesprekken voert, je leerlingen leeszelfvertrouwen geeft, boekadviezen geeft die aansluiten bij de interesses van leerlingen, een ruime boekencollectie samenstelt en momenten creëert waarin leerlingen samen praten over boeken.
Met voldoende leeskilometers ontwikkelt vloeiende leesvaardigheid zich als een zelflerend mechanisme. Het gebruik van een methode voor voortgezet technisch lezen is dan niet per se nodig.
Maakt jouw school wel gebruik van een methode voor voortgezet technisch lezen? Kijk dan eens kritisch naar de werkboekopdrachten. Opdrachten waarbij leerlingen niet of nauwelijks hoeven te lezen, dragen niet bij aan hun (vloeiende) leesvaardigheid en kun je dus gerust schrappen.
Tijd en ruimte inbouwen voor vrije leesmomenten
In het lesrooster bouw je tijd en ruimte in om alle leerlingen vanaf groep 3 elke schooldag – naast (eventuele) methodelessen aanvankelijk en voortgezet technisch lezen – minstens twintig minuten de gelegenheid te geven om vrij te lezen. Voor deze vrije leesmomenten kun je de AVI- en CLIB-niveaus loslaten: laat leerlingen zelf kiezen welk boek uit de klassen- of schoolbibliotheek ze willen lezen. Groep 3-leerlingen zullen in eerste instantie vooral in boeken kijken en genieten van de illustraties, maar naarmate ze de elementaire leeshandeling meer en meer onder de knie krijgen, zullen ze zelf gaan lezen.
Soms kiezen leerlingen een boek dat qua leesniveau net te moeilijk is. Dit hoeft geen probleem te zijn als ze heel erg graag meer willen weten over een bepaald onderwerp. Boeken waarvoor leerlingen echt gemotiveerd zijn, kunnen zorgen voor een sprong in de leesontwikkeling. In andere gevallen kun je samen met de leerling op zoek gaan naar een gemakkelijker boek.
Ook zwakke lezers bied je deze vrije leesmomenten aan, want ze stimuleren de leesmotivatie en leesvaardigheid. Als je merkt dat het voor een lezer lastig is om de vrije leestijd optimaal te benutten, kun je deze leerling ondersteunen met gerichte boekadviezen of door luisterboeken aan te bieden, bijvoorbeeld van Yoleo of Superboek van Passend Lezen.
Zorg voor een ruime en actuele collectie jeugdliteratuur
Het lezen van verhalende (non-)fictie stimuleert de taal-, kennis- en leesontwikkeling van kinderen. Daarom is een aansprekende, ruime en actuele collectie kinderboeken belangrijk. {pagina vrij lezen uit Kinderboeken leren kennen} Zo krijgen leerlingen de kans om uitdagende boeken te lezen die aansluiten bij hun interesses. Denk hierbij aan prentenboeken, boeken voor beginnende lezers, serieboeken, jeugdromans, informatieboeken, strips, poëziebundels, jeugdkranten en -tijdschriften en luisterboeken.
Die collectie komt ook van pas als je met de klas werkt rondom een (rijk) thema, bijvoorbeeld bij het zaakvakonderwijs. Leerlingen kunnen dan in de klassenbibliotheek voldoende goed leesmateriaal bij dit thema vinden.