Hoe kun je een actieve leeshouding stimuleren?

Om een tekst goed te begrijpen is een actieve leeshouding nodig. De belangrijkste manieren om een actieve leeshouding te stimuleren zijn: lezen met een duidelijk doel en leerlingen aanzetten tot nadenken over de inhoud van de tekst door ze hierover te laten praten en schrijven. Praten en schrijven kun je ook goed combineren: eerst samen praten over een tekst en er daarna over schrijven of juist omgekeerd.

Vooraf een leesdoel bepalen

Een actieve leeshouding begint al voordat er nog maar een letter gelezen is, namelijk bij het bepalen van het authentieke leesdoel. Voorbeelden van authentieke leesdoelen zijn: Waarom ga ik deze tekst lezen? Wil ik meer te weten komen over een bepaald onderwerp? Ontdekken wat de kenmerken van een bepaald genre zijn? Of wil ik lekker opgaan in een verhaal? Door deze doelen krijgen leerlingen echt grip op de tekst. Doelen als ‘omdat het moet’ of ‘om de vragen bij de tekst te kunnen beantwoorden’ zijn minder motiverend. Werk daarom met authentieke doelen. Hoe betekenisvoller het lezen, des te actiever leerlingen zich met de tekst zullen bezighouden.  

Praten over teksten

Samen praten over een tekst draagt bij aan het begrip, de kritische reflectie en de leesbeleving. In zo’n gesprek gaan leerlingen actief op zoek naar de betekenis van een tekst. Ze oefenen hierbij hardop wat een goed begrijpend lezer al alleen kan: nadenken over de betekenis van een tekst door jezelf voor, tijdens en na het lezen, vragen te stellen. Dat kan in duo’s, in kleine groepjes of klassikaal, al naar gelang het doel en de activiteit van de les. Bij voorlezen bijvoorbeeld zul je eerder klassikale gesprekken hebben, bij het lezen rondom een thema kunnen leerlingen ook goed in groepjes of duo’s teksten bestuderen en bespreken.

Kies teksten uit waar iets aan te beleven en te kauwen valt, dus een tekst die voldoende gespreksstof biedt. Lees bij klassikale gesprekken ter voorbereiding de tekst zelf en markeer passages die lastig of onduidelijk zijn of anderszins stof tot nadenken geven. Bepaal welke startvraag je hierbij gaat stellen. Kies voor open vragen, dus geen vragen waarop leerlingen alleen met ja of nee kunnen antwoorden.  

Vraag tijdens het gesprek door (‘kun je dat uitleggen?’) en geef ruimte voor diverse interpretaties. Er zijn niet bij voorbaat goede of foute antwoorden. Leer leerlingen daarbij wel om telkens terug te keren naar de tekst: die geeft sleutels voor de betekenis. Het doel van de gesprekken is niet om leerlingen te overhoren of te controleren, maar om ze te prikkelen actief na te denken over de betekenis.

Twee leerlingen die buiten praten over een tekst

Voorbeelden van gesprekswerkvormen

Werkvormen die je kunt inzetten om te praten over teksten:

  • Question the author
    Bevordert diep lezen en kritische reflectie op de tekst. Hierbij lees je samen met leerlingen een tekst en stel je tijdens het lezen bij moeilijke of onduidelijke passages vragen. Zo ontdekken leerlingen dat een tekst het product is van een schrijver die zich niet altijd goed hoeft uit te drukken.
  • Close reading
    Gaat uit van het herhaald lezen en bespreken van een tekst in drie rondes. Elke ronde heeft een ander leesdoel: (1) globaal begrip, (2) begrip op detailniveau en (3) kritische reflectie. Leerlingen zoeken informatie op, stellen vragen over de tekst, doen creatieve verwerkingsopdrachten en discussiëren over wat ze gelezen hebben.
  • Naburige en schurende teksten
    Geschikt om in te zetten voor thematisch leesonderwijs en het stimuleren van een kritische leeshouding. Leerlingen lezen in groepjes teksten uit informatieve kinderboeken, kranten, tijdschriften en van websites rondom hetzelfde thema, die op bepaalde punten tegenstrijdige informatie bevatten. Elk groepslid leest een tekst en brengt hierover verslag aan de rest uit. Vervolgens gaat het groepje in gesprek over de diverse informatie.
  • Literaire gesprekken over verhalen, kinderboeken en gedichten
    Verdiepen het tekstbegrip en de leesbeleving van leerlingen en versterken hun literaire competentie. Hiervoor kunnen de vertel-eens-aanpak van Aidan Chambers of de methodiek ‘literaire gesprekken’ van Gertrud Cornelissen gebruikt worden.

Schrijven over teksten 

Lezen en schrijven (‘stellen’) zijn vaardigheden die elkaar versterken: door leesinstructie en veel lezen worden leerlingen beter in spellen en schrijven; schrijfinstructie helpt op haar beurt bij tekstbegrip. Net als de schrijver is ook de lezer bezig met de structuur en inhoud van een tekst. Voor zowel lezen als schrijven heb je kennis van de wereld en een rijke woordenschat nodig: als lezer om een tekst te begrijpen en als schrijver om informatie over te kunnen dragen. Een ander belangrijk element is kennis over doelen en functies van geschreven taal. Dit helpt om een tekst te begrijpen én om zelf een boodschap op papier te zetten. Ten slotte is bij beide kennis nodig over woorden, spelling en grammatica.

Door lees- en schrijfonderwijs te verbinden worden de lessen voor leerlingen aantrekkelijker en benut je de schaarse tijd effectiever. Koppel daarom schrijfopdrachten aan leesopdrachten en vice versa. Voordat leerlingen een betoog of brief gaan schrijven kun je ze enkele voorbeeldteksten laten lezen. Zo leren ze de kenmerkende elementen van tekstsoorten kennen die ze vervolgens in hun eigen tekst kunnen toepassen. Je kiest daarbij steeds voor een ander kenmerkend element van een tekstsoort, bijvoorbeeld de verbindingswoorden, en focust je instructie daarop. 

Leerlingen zelf teksten laten beoordelen

Wanneer je langere tijd leest over een thema (zie ook rijke thema’s, boeken en teksten) kun je leerlingen in groepjes de kwaliteit van teksten over het thema laten beoordelen: welke is beter geschreven? Geef leerlingen daarbij duidelijke aandachtspunten, zoals de tekststructuur, heldere voorbeelden of taalgebruik. Daar kun je vervolgens een schrijfopdracht aan koppelen, bijvoorbeeld: hoe kun je deze tekst duidelijker maken? Of aantrekkelijker om te lezen? Of zo herschrijven dat kleuters het ook begrijpen?

Het werkt goed om leerlingen elkaars teksten te laten beoordelen. Het leert hun om kritisch naar teksten en tekstopbouw te kijken. Ook hierbij geef je ze aandachtspunten om op te letten. Met gerichte opdrachten kun je de leeservaring verdiepen en tegelijk de schrijfvaardigheid vergroten.

Group Tip
In deze blog van Suzanne van Norden lees je meer over het combineren van lees- en schrijfonderwijs.

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte en ontvang de nieuwsbrief van lezeninhetpo.nl